Jacob Jansz Jongerden
Jacob Jansz Jongerden,
geb. in 1642 te Huijsen; Koptienden Eerste: 1667-69,
doopsgezind,
Koehoudster,
MENNIST,
ovl. in 1680 te Huijsen; Koptienden Laatste: 1683-45,
, -
JACOB JANSZ JONGERT
Huizen Koptienden (1667-69 1683-45):
1667-69: v. Rut Jansz 4 cop
1668-52: v. Gijsbert Jansz Lustigh 2 cop
- Situatie: 6 cop
1675-55: v. VADER Jan Jacobsz Jongert 6 Spt 5 cop
- Situatie: 7 Spt 3 cop
1680-49: v. Jacob Wijchertsz 1 Spt 2 cop 1/4
- Situatie: 8 Spt 5 cop 1/4
1680-49: op Dirck Wijchertsz 4 cop 1/2
- Situatie: 8 Spt 3/4
1683-45: op Gerrit Crijnen Coetsier 1 Spt 3/4
op Lambert Rutten Doorn 3 cop 1/4
op Claes Lambertsz Prins 5 cop 1/2
op Elbert Dircksz (Jan Kossen) 1 Spt 1 cop
op (ZWAGER) Harmen Jacobsz 5 cop 1/2
op Lambert Claesz Muijs 1 Spt 5 cop 5/8
op Gerrit Petersz Breet, Bussem 1 Spt 1 cop 1/8
op Dirck Jansz Speelman 2 cop 1/8
op Wijchert Jacobsz Wijchertsz 2 cop 7/8
op Geertje Jacobs Wijcherts 2 cop 3/4
-
ORA-184-3231; 18-07-1662: Maakt Jacob Jansz Jongerden bekent dat enige tijd geleden was overleden zijn moeder Geertje Claesdr nalatende 6 kinderen met de welcke Jan Jacobsz Jongerden sijns comparants vader was gebleven gemeens boedel sonder
eenighvertichtinge ofte bewijs te doen, Ende dat korts sijn voorn. moeders overlijden oock waeren gestorven 5 van de nagelaten kinderen, twijfelende hij comparant ofter in 't voorsz cas bij hem en sijn voorsz vader yet wegens de collateraleen
klemmende Interesse betaelt
-
ORA-184-3188A115; Op 18-07-1662 heeft Jacob Jansz Jongerden aengebracht dat zijn moeder Geertje Claesen? overleden zijnde de goederen die zij in 't gemeen had met zijn vader Jan Jacobsz Jongerden gedevolveert zijnde voor hem en zijn 5 zusters
en broeders die allen overleden zijn, de navolgende goederen voor hem en zijn vader gedevolveert bestaande uit de navolgende partijen: huis en stukken land (veel land, veel geld, veel namen aangrenzende landen)
-
ORA-184-3170; 21-11-1662: Hebben Evert Willemsz @ Gerrit Gerritsz Schepenen tot Huijsen doe registreren dat sij op versoeck van Jacob Jansz Jongerden geweest hadde te huijsen van Jan Gerritsz Borretges @ Jan Jansz des selfs broeder, die stellen
dat sij der wel vijftich Jaeren een voetpadt gekent hadden maer geen wagenwech
-
ONA-3664A079; 20-07-1663: Jan Jacobsz (27 jr) en Ruts Jansz (25 jr), beiden buurlui van Huijsen, verklaren op verzoek van Jacob Jansz Jongeren dat op 10.07.1662 op een maandag de requirant staande op zijn land gelegen aan de noordzijde van zijn
huis, ene Gijsbert Jansz Lustich aan kwam rijden met paard en wagen en, omdat het daar zo smal is, ook over het land wilde rijden, wat de requirant wilde beletten, waarop Gijsbert Jansz Lustigh van de wagen stapte met een oord in zijn hand
waarmee hij hem dreigde te slaan
-
ONA-3686A042; 30-03-1674: Huwelijkse voorwaarden tussen Harmen Jacobsz geassisteert met Jacob Jansz Jongeren zijn zwager en vermachtight zijnde van Ebbetje Harmens (?) moeder van de toecomende bruijdegom ter eenre en Bijtje/Bijetien Ghijsberts
laatst weduwe van Lambert Jansz, beide wonende tot Huijsen
-
ORA-184-3171; 14-07-1674: Testamentaire questie tussen:
- Jacob Jansz Jongerden en Cornelis Claes Schipper en mede-erfgenamen van Gerrit Willemsz (was gehuwd met wijlen Franckien Everts)
- Pieter Evertsz en mede-erfgenamen van Franckien Everts in leven huisvrouw van Gerrit Willemsz
- alsmede de respectieve testamenten van Willem Dircksz en Jannetge Claes, zijnde de vader en moeder van Gerrit Willemsz
-
ONA-3667A001; 01-01-1675: GEVOLGEN FRANSE OVERVAL IN 1672: Gerrit Tijsz (45), Jan Cornelisz (35) en Claes Meijnsz (22) verklaren op verzoek van Jacob Jansz Jongeren, alle buurluiden van huijsen, dat hij als gevolg van de franse overval beroofd
is geworden van zijn koeien, paarde, wagens, inboedel en zelfs zijn kleren en linnengoed en bovendien met vrouw en kinderen moest vluchten
-
ORA-184-3172; 09-05-1675: Schepenen gehoort de schuldtbekentenis en versoeck van uijtstel bij Hendrick Willems die nevens Jacob Jansz Jongerden, als vooghden over de nagelaten weeskinderen van Jan in de boomen gedaghvaert was van wegen Geertge
Lamberts weduwe van Jacob Rutten over betalinge van f 27:10:- ter saecke van een vierendeel Jaers houloon van de voorsz weeskinderen en judisco gedaen, enz
-
ORA-184-3172; 04-01-1680: Neeltge Cornelis Weduwe van Jan Jansz Jonge Eijsscher Contra De Weduwe van Jacob Jansz Jongerden gedaagde
Cnaep voor de Eijsscher concludeert tot betaling van de somme van f 55 gl: over coop van een Coe ende nogh de somme van f 15 gl: over Coop van hoij maeckende te samen de somme van 70 gl: volgens Coop cedulle van dato den 30e november 1678 Cum
expensis
-
Dopen-Huizen-1A; 04-01-1680: de gehele familie van Jacob Jansen Jongeren (Mennist) en Geertien Jacobs (Geref.; moeder wegens ziekte absent); aldus gerangeert:
Geertien (out 20 jaer); Claes (out 18 jaer); Claesien (out 16 jaer); Peetien (out 14 jaer); Aeltien (out 12 jaer); Jacob (out 7 jaer); Mattien (out 4 jaer); Jan (out 1,5 jaar); Getuigen over de onmondige kinderen waren Harmen Jacobsen en
Geertien Jacobs, beijde Oom en Moltien over de kinderen)
-
Naarden-OAH-214-Quohier zout en zeep; 09-05-1680; Jacob Jansz Jongerden weduwe;Capit 1/4;Koehoudster; Zout: vat 1/8; v: 1, kb: 4, ko: 3; Personen: 6 1/2
-
ORA-184-3173; 10-03-1682: Lourens de Wolff als 't reght verkregen hebbende van de weduwe van Jacob Jansz Jongerden eijsscher CONTRA Gerrit Jacobz de Kattekuijl m.b.t. betaling van f 80 uijt craghte van seeckere schepenkennisse
-
ORA-184-3192A134; 04-05-1683: Wijchert Jacobsz, Lambert Jansz en Cornelis Brouwer, curatoren over de boedel van Jacob Jansz Jongerden, verkochten aan Aeltge Jans, weduwe van Aris Pietersz Schipper, huis met erf voor fl. 176
-
ORA-184-3217A022; 25-10-1724: Verder compareerde:
- Harmen Jacobsz broeder van wijlen Geertje Jacobs in leven weduwe van Claas Gijsbertsz Bout
- Jacob Wijgertsz nagel. sone van Wijgert Jacobsz die een volle broer was van de voorn: Geertje Jacobsz
- Nog Gerrit Vos en Claas Ebbe Koij als voogden over de 2 minderj. kinderen van Jan Claasz Post en Aaltje Lambertsz welke Aaltje Lamberts de enige nagelaten dogter was van Lijsbet Jacobsz, en deselve een suster van Geertje Jacobs
- Compareerde wijders Claas Jacobsz Jongerden een soon van Gerritje Jacobs die mede een suster was van meergen. Geertje Jacobs
- Als mede Lambert Lambertsz Prins soons soon van de voorn. Gerritje Jacobs geprocreeert bij Claasje Jacobs (Jongerden)
- en nog deselve Claas Jacobsz Jongerden in qualt als mede voogd nevens Jacob Harmensz over de drie (3) minderj. kinderen van Claasje Jacobs (Jongerden), die een dogter was van gem: Gerritje Jacobs
- Nog compareerde Meijns Claasz, mitsgaders Rijk Hendriksz als in huwelijk hebbende Gerritje Claas te samen de enige nagelaten kinderen van Claas Meijnsz en Geertje Jacobs (Jongerden), sijnde deselve Geertje Jacobs (Jongerden) en dogter van
Gerritje Jacobs en deselve een suster van Geertje Jacobs weduwe van Claas Gijsbertsz Bout
- Laastelijk Wijgert Jansz Doorn alsmede Cornelis (Gerbertsz) Rebel getrouwt sijnde met Aaltje Jans Doorn, en Jan Willemsz Boer in huijwelijk hebbende Jannetje Jans Doorn, mitsgaders Jacob Tijmensz in qualt. als voogd over Marritje Rutten
dogter van Claasje Jans Doorn alle te samen kinderen en kindskind van Jan Jacobsz die een broer is geweest van Geertje Jacobs,
- Sijnde de voorn: laaste comparanten te samen de enige en universele erfgenamen van Geertje Jacobs in leven weduwe van Claas Gijsbertsz Bout
- en gevolgelijk alle de comparanten in dese gemelt de enigste erfgenamen ex Testamente van Claas Gijsbertsz Bout en Geertje Jacobs in leven egtelieden alhier tot Huijzen, tekennen gevende op 29-09-1724 publicq te hebben vercogt een huijs
mitsgaders enige landerijen waartoe gemachtigd waren Jacob Tijmensz en Jacob Wijgertsz.- Vader:
Jan Jacobsz Jongerden, zn. van Jacob Gerritsz Jongert en N1 Jans ,
geb. in 1604 te Huijsen; Koptienden Eerste: 1629-36,
ovl. op 01-01-1672 te Huijsen; Koptienden Laatste: 1675-29,
, -
JAN JACOBSZ JONGERT
Huizen Koptienden (1629-36 1675-29):
1629-36: + JONGERT
- v.VADER Jacob Gerritsz Jongert 5 Spt 5 cop 1/4
1633-60: op Jan Henricksz Spuelman 1/2
- op Henrick Jacobsz den Ouden 2 cop
- Situatie: 5 Spt 2 cop 3/4
1638-58: v. Goossen Tijmensz 4 cop
- Situatie: 5 Spt 6 cop 3/4
1647-48: v. Peter Cornelisz 3 cop
- Situatie: 6 Spt 1 cop 3/4
- ER STAAT: 6 Spt 1 cop 1/4
1651-48: v. Jacob Gerritsz de Jonge 2 cop
- Situatie: 6 Spt 3 cop 1/4
1665-35: v. Jan Henrick Gerritsz 1 cop 3/4
- Situatie: 6 Spt 5 cop
1675-29:op ZOON Jacob Jansz Jongert 6 Spt 5 cop
-
Haarlem-176-1527: Kroniek L.R.Lustigh
blz. 137: 1646 kind gestolen, zijn huisvrouw: Geertje Mels
blz. 138: Op de horens genomen
-
ORA-184-3188A115; 18-07-1662: Op 18-07-1662 heeft Jacob Jansz Jongerden aengebracht dat zijn moeder Geertje Claesen? overleden zijnde de goederen die zij in 't gemeen had met zijn vader Jan Jacobsz Jongerden gedevolveert zijnde voor hem en zijn
5 zusters en broeders die allen overleden zijn, de navolgende goederen voor hem en zijn vader gedevolveert bestaande uit de navolgende partijen: huis en stukken land (veel land, veel geld, veel namen aangrenzende landen)
-
ORA-184-3231; 18-07-1662: Maakt Jacob Jansz Jongerden bekent dat enige tijd geleden was overleden zijn moeder Geertje Claesdr nalatende 6 kinderen met de welcke Jan Jacobsz Jongerden sijns comparants vader was gebleven gemeens boedel sonder
eenigh vertichtinge ofte bewijs te doen, Ende dat korts sijn voorn. moeders overlijden oock waeren gestorven 5 van de nagelaten kinderen, twijfelende hij comparant ofter in 't voorsz cas bij hem en sijn voorsz vader yet wegens de collateraleen
klemmende Interesse betaelt
-
ORA-184-3171; 05-05-1671: Jan Jacobsz Jongerden en Lambert Claesz Prins als vooghden van de nagelaten weeskinderen van Jan Hendricksz, ter eenre @ Harmen Gerritsz mitsgaders sijn huijsvrouw Harmentge Lamberts voor desen weduwe van de voorn Jan
Hendricksz en moeder van de voorn weeskinderen aen d'andere sijde,
relatie.
- Moeder:
Geertje Claes Melsen, dr. van Claes Ebben ,
geb. in 1604,
176-1527-bl 137; Kroniek L.R.Lustigh: 1646 kind gestolen,
ovl. te Huijsen; < =1662; 184-3188A115; 18-07-1662,
, -
-
Haarlem-176-1527: Kroniek L.R.Lustigh: blz. 137: 1646; Gestolen kind uit huizen.
Ontrent den Jare 1646 doen is het alhier in den dorpe
Huijsen gebeurt, hoe dat geertje melsen, de Huijsvrouw van
Jan Jaap Jongerden, op eenen dagh, soo als haar voorz
man om plaggen te halen in 't velt was, Barens noot
overquam en terwijl sij niemant bij haar hadde
soo quam daar ter selver tijt een schamele vrouw,
met een mantje aen haar arm om een aelmoes aen de
deur bedelen, aen de welcke sij versogt dat sij eenige
Beuren mogt inhalen om haar te helpen dat sij Barens
noot hadde, de schamele vrouw segt tegens haar, dat
sij haar wel kon helpen, sij komt in huijs. sij helpt
haar, sij Baart een kint, sij helpt de kraam vrouw
te bedt, sij bakert het kint, sij wint het in doecken
sij gaat er stilletjes mee heen, de voornoemde man
komt met de wagen t'huijs, hij vint sijn vrouw in 't kraam
bedde Leggen, hij vraagt naar 't kint, sijn voornoemde
vrouw, verhaalt de vorenstaande sake, de arme
vrouw was met het kint wegh, men sogt de arme
vrouw met het gestoelen kint eenige dagen met
paarden, men vont niet, dese sake hebbe Ik seer
dickwils mijne ouders en andere Luijden die het beleeft
hadden hooren seggen
Ontrent den Jare 1710 doen was Rut Lambertsz doorn
aen de tol acker en willende van daar gaan
soo vraagt een out schamel mannetje aen hem waar
na toe, hij segt na huijsen, wel segt het oude mannetje
Ik ben oock een Huijser van geboorte maar Ik ben
een gestoelen kint, waar op de voorz. rut doorn seijde
kom ga mee Ik houde u geselschap, hij segt Ik ken geen
vrient of maagt Ik ga niet mee, rut doorn segt hoe
weet gij dat, dat gij een gestoelen kint bent, hij segt
dat sijn genaamde moeder te middelborgh in Zeelant
op haar sterf bedde Leggende niet kon sterven voor
dat sij aen hem hadde gesegt, dat hij tot Huijsen
geboren was, en sij hem daar gestoelen hadde
Rut doorn t'huijs gekoemen sijnde ende noijt van een
soo gestoelen kint gehoort hebbende, vertelde dit
aen mij, en aen andere oude Luijden, die alle seer wel
van dese geboorte en van dit gestoelen kint wisten
Ja Lubbert Jacobz peetje Lamberts en bijtje Willems
alle in de 80 Jaren out weten seer grondigh van dit
gestoelen kint te spreken, want het in haar Jonge
Jaren voorgevallen is
-
ORA-184-3188A115; 18-07-1662
-
ORA-184-3231; 18-07-1662.
relatie
met
Gerritje Jacobs , dr. van Jacob Wijchertsz en Ebbetje Harmens ,
geb. in 1642,
Gereformeerde Gemeente,
184-3217A022; 25-10-1724,
ovl. op 04-02-1705 te Huijsen; DTB-18-Lidmaten-1698; Huijser Eijnde,
begr. op 04-02-1705 te Huijsen; DTB-12-Begraven- Impost: Pro Deo,
, -
GERRITJEN JACOBS JONGERDEN
Huizen Koptienden (1700-57 1705-57):
1700-57: v. Willem Evertsz 3 cop
1704-57: nog 45
1705-57: + JONGERDEN
- SLUIJ; nu Gerbert Willemsz
- op Evert Willemsz 3 cop.
Uit deze relatie:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Geertje | *1660 | Huijsen | †1724 | Huijsen; < 1724 : | 64 | 1 | 6 |
2 | Claes | *1661 | Huijsen; Koptienden Eerste: 1691-67 | †1734 | Huijsen; DTB-20; Koptienden Laatste: | 73 | 1 | 5 |
3 | Claesien | *1664 | Huijsen; 16 jaar, uit Mennistendom overgekomen | †1721 | Huijzen; DTB-20; vrouw van Lambert El | 57 | 1 | 6 |
4 | Peetien | *1666 | Huijsen; 14 jaar; Ouders waren Mennist | | | | 0 | 0 |
5 | Aaltien | *1668 | Huijsen; 12 jaar; ouders waren mennist | | | | 0 | 0 |
6 | Jacob | *1673 | Huijsen; 7 jaar; Ouders waren Mennist | | | | 0 | 0 |
7 | Mattien | *1676 | Huijsen; 4 jaar; Ouders waren Mennist | | | | 0 | 0 |
8 | Jan | *1678 | Huijsen; 1,5 jaar; Ouders waren Mennist | | | | 0 | 0 |
>